VOLKSLIED en VOLKSMUZIEK

Citaten (1876-1900)

terug Vorige blad



"...Leg pit in 't lied en leid het in
Door zaal en school en huisgezin -
Niet anders kiemt het goede zaad
Door 't gansche land tot in de straat!
Die zoo beproeft, doet wat hij kan;
Die zoo volbrengt, wordt onze man:
Wàt hij bezing', zijn lied zal wijn
En lust en moed, - zal volkslied zijn!"

Willem Levinus Penning Jr.: "Tienden van de oogst" (1882)



"de volkspoëzie bestaat uit den aard der zaak
grootendeels uit liederen."

Dr. Gerrit Kalff: "Het lied in de middeleeuwen" (1884)



"Een [...] dichterlijk beeld rijst uit het volkslied en uit de baren;
de als matroos vermomde hollandsche dochter
die dienst gaat nemen op 's lans vloot.
De fantasie van den zeeman maakt van dit voorval
uit de werkelijkheid zich meester,
en hult het in een romantisch kleed."

Cd. Busken Huet: "Het land van Rembrandt" (1884)



" 't Is somstijds de moeite waard de liederen
te kopen die gepresenteerd worden.
Ze zeggen ons op wat hoogte van beschaving het volk staat."

Tsjibbe Gearts van der Meulen, volksliederenverzamelaar (1886)



"Van de straatliederen die gefeild werden en gezongen ook,
kunnen wij tot onze vreugde niet veel kwaad zeggen."

Tsjibbe Gearts van der Meulen: "Kanton Bergum" (19 Mei 1888)



"Men zou eenen zeer belangrijken arbeid
en eene kostbare verzameling tot stand brengen,
indien men zich de moeite wilde getroosten,
al de vliegende blaadjes, gedurende de laatste twee honderd jaren
door rondreizende zangers onder ons volk verspreid,
bij elkander te zoeken en te vergelijken."

Pol de Mont, liedjesverzamelaar (1890)



"Een groot verschil evenwel bestaat tusschen de oude Fransche liederen,
in de oudste tijden chansons de geste geheeten
en de volksliedjes, geheel aan de volkspoëzie ontleend.
De eerste zijn te vergelijken bij een verwelkte bloem,
de laatste bij een frisch bloeienden rozenknop.
De volkliedjes verheugen zich in een krachtig leven;
de melodieën, waarop ze gezongen werden,
dienden menigmaal een groot componist tot bron."

"De kunstwereld", weekblad voor Nederland en België (29 Februari 1896)



"...volk en volkslied behooren bij elkaar zooals man en vrouw ..."

Frederik Rudolph (Frits) Coers Frzn., volksliedpropagandist (1897)



"De melodieën uit den volksmond opgevangen
kunnen uit een verschillend oogpunt beschouwd worden,
naarmate zij in verband staan met den Kerkzang
of met den modernen toonaard."

Florimond van Duyse, volksliedverzamelaar (1898)



vooruit Volgende blad

begin pagina begin van deze pagina

terug Citatenmenu

home hand OLD FOLKS AT HOME PAGE
Deze pagina is bijgewerkt op: